Translations

If You would like to translate my Dutch Blog: use www.translate.google.com

woensdag 21 april 2010

Australie 2007

Australië 2007

Di Jan 09, 2007

Och, het weer in Nederland is ook niet alles in de winter, bovendien kan je dan ook niet lekker motorrijden. Dus waarom zouden we niet een trip door Australië maken? Nu weer eens samen met Rick ‘Haveloos op Reis’.
In december de motoren naar Melbourne verstuurd. Wij volgen begin januari 2007.

Globale geplande route :

Vanaf Melbourne via de Great Dividing Range naar het noorden. In Cairns of zo een weekje duiken boven het Great Barrier Reef. Misschien ff kijken op Cape York, als het daar niet te nat is (probleem is dat het daar het natte seizoen is). Daarna het binnenland in naar de deserts. Vanaf Mount Isa zuidwaarts. Hopelijk is het daar in maart wat koeler en minder dan 40 graden. Via de Birdsville Track naar de Flinders Range. In Melbourne nog ff de Formule-I meepakken. En dan kunnen we pecies nog een weekje naar Tasmanië om weer tijdig, voor 1 april, terug te zijn in the Harbour of the Ducal Forest.


We have got them

Zo Jan 21, 2007

Gentlemen, we have got them.
Na vier lange dagen van organiseren en regelen reden vandaag de KTM's met ons van het haventerrein af.
Een lange dag van lukt het wel of lukt het niet. Bij aankomst bleek de container nog niet gelost, daar waren ze net mee begonnen. Dus de douane, die speciaal voor onze controle kwam, kwam voor joker, wat ze niet leuk vonden. Gelukkig regelden ze dat er anderhalf uur later wel de controle kon plaatsvinden. Toen de Quarentaine inspectie, die vond onze motoren schitteren schoon, behalve een klein plekje onder de middenbok, zo'n vierkante centimeter. Dus moesten ze gesteamcleaned worden, dan bedoelen ze dus eigenlijk gewoon een hoge drukspuit! Eerst moesten de voorwielen in de motoren gezet worden zodat ze konden rijden. Maar toen vondt men dat het te laat geworden was om een en ander nog te regelen vandaag. De quarentaine inspecteur vondt dat weer onzin en regelde dat dat toch nog gedaan kon worden. Toen bleek dat we eigenlijk het haventerrein voor vier uur af hadden moeten zijn, maar gelukkig vond men dat zelf ook wel onzin zodat we uiteindelijk toch rond half vijf wegreden.
Kortom, zo gaat het eigenlijk altijd bij het ophalen van de motoren, stressen, stressen, stress, lukt het wel of lukt het niet.

Ondertussen hebben we Melbourne vrij uitgebreid kunnen bekijken. Je ziet veel van de stad als naar allerlei kantoren moet gaan; Customs, Quarentine, Vic-Roads (soort RDW), RACV (zusje van ANWB). Bij Vic-Roads zijn de motoren nu geregistreerd als "ongeregistreerde voertuigen". Voordeel daarvan is dat we ook een soort basis-WA verzekering hebben.Dus we kunnen er nu lekker tegenaan gaan.
Op vrijdagochtend begon de reis dus pas echt. Eerst nog even bij de dichstbijzijnde KTM dealer langsgereden, die naast Ducati ook dealer was van Fiat, Lotus, Maserati en Ferrari. Allemaal kwaliteit dus.

Zuidoostwaarts naar het Gippsland gebied via Dandenong. West-Gippsland is een mooi heuvelachtig gebied, met lekkere wegen. We hebben daar de Grand Ridge Road (132 km.) gereden, voornamelijk niet geasfalteerde wegen, heerlijk om weer echte dirt-road te rijden, o.a zo'n 20 km pittig bospad.
Rick's eerste kilometers met de KTM op dirt-road bevielen beiden heel goed, een enorme vooruitgang na de reizen met de Tenere. Vanaf de Ridge hadden we schitterende uitzichten over het heuvelachtige Gippsland. Veel waarschuwingsborden op de wegen voor overstekend wild en elke mooie bocht op ’t asfalt vinden ze hier gevaarlijk!
Internetten is hier in Australie soms toch wel een probleem. We zitten nu in kleinere plaatsen en de internetcafe's zijn op het weekeinde gesloten. Ook wireless is lang niet altijd te vinden. Maar wie probeert vindt soms wat en zodoende konden we vanavond via een onbeveiligde wirelessverbinding het Blog bijwerken. Nb We hebben in Melbourne een klein laptoppie gekocht, dat precies in de motorkoffer past. Ideaal voor Internet, foto’s en Blog schrijven.

Snowy- en Bleu Mountains

Wo Jan 31

Snowy Mountains
Na Gippsland zijn we naar de Snowy Mountains gegaan, met schitterende slingerende wegen en mooie bosrijke natuur. Jammer genoeg zijn er ook dit jaar enorme bosbranden geweest. Hier en daar fikte het nog wel, maar daar hebben wij niet veel van gezien. Wel de al afgebrande bossen, daar rook het alsof je door een open haard reed met nog smeulend hout erin.
We hebben daar eigenlijk alles wat weg heet wel gereden en ons hoogtepunt was wel de serviceroad van de electriciteits Hoogspanningsleidingen tussen Khancoban en Talbingo.
Deze route hadden we in 2000 ook al gereden vanaf de andere kant. Nu hadden we tevoren in Nederland op Google Earth de hoogspanningsleidingen opgezocht en de coordinaten in de GPS gezet. Op basis van deze gegevens hebben we de route terug kunnen vinden.

Ontzettend gaaf, soms echte heftige 4-wheeldrive tracks, soms bospaden, maar ook soms zogenaamde 80 km/uur dirtroad. Zo noemen wij de betere zand- en gravelwegen waarop we makkelijk met die snelheid kunnen rijden.
We hebben geluk gehad met het weer, geen regen van belang, veel zon, meestal overdag tussen de 30 en 40 graden. Die hitte is niet altijd even aangenaam om te rijden, vooral omdat we natuurlijk wel altijd onze motorkleding dragen. Maar we beschouwen het als voorbereiding op de vochtige tropische hitte , die ons in het noorden nog te wachten staat. 't Is gewoon ff wennen!

Bleu Mountains.
Noordoostelijk van de Snowy's liggen de Bleu Mountains, ook daar hebben we in 2000 al veel gereden en de herkenning was dan ook groot. Mooie weggetjes en kangaroes op de camping.
Onderweg naar de Bleu's hadden we zo’n enorm sterke stormwind dat op een parkeerplaats mijn motor gewoon over zijn zijstandaard werd omgeblazen, gelukkig weinig schade alleen een afgebroken koppelingshandel. Enig problem was eigenlijk dat het op zaterdag gebeurde en op maandag pas de handel te bestellen was en dat die pas op woensdag opgehaald kon worden. Tja als je onderweg bent lukt het gewoon om bij de ene dealer iets te bestellen dat je bij een andere kunt gaan ophalen.
Ten noorden, aansluitend aan de Bleu Mountains, ligt het Wollemi Nationaal Park. Daarin lopen maar een paar wegen, maar die zijn echt wel de moeite waard om te rijden.
Een en ander betekent wel dat we veel kilometers maken, we hebben nu in bijna 14 dagen, al zo'n 3.500 km. gereden, een veelvoud van de afstand tussen Melbourne naar Sydney!

Longtailed Possum

Orange --> Port Macquarie

Ma Feb 05, 2007

Bijzonder opvallend is dat er ten noorden van Sydney weer veel groen te zien is. Tussen Melbourne en Sydney was het wel zo gortdroog dat er op de weilanden geen gras maar gewoon hooi groeide. Dat wil trouwens ook wel goed branden.
Ten noorden van Sydney liggen echt prachtige parken o.a. het Wollemi Nat.
Park, Yengo N.P., Barrington Tops N.P. en Tapin Tops N.P.
Hoewel het de Barrington Tops slechts zo'n 1600 meter hoog zijn, zaten we vanaf ongeveer 1300 meter in de wolken, dus dikke mist op bochtige bospaden.
Maar dat wat we er wel van gezien hebben was prachtig regenwoud.
Vanaf Gloucester hebben we een 64 km. lange Forest Service Road gereden door de Parken naar de Oxley Highway.
Een heel afwisselend bospad en om de dag helemaal ideaal te maken bleek tot slot de Oxley Hwy een goed geasfalteerde bochtige afdaling te bieden, waarop we met de KTM's weer eens de randen van de banden konden gebruiken.
In Port Macquarie hebben we een echte rustdag ingeplanned, daar zijn we na 2 weken elke dag rijden wel aan toe. Luxe camping met o.a. free internet/wireless. Vandaag, zondag, 2 wasmachines gedaan. Drogen aan de waslijn ging rap, 't is hier ongeveer 35 graden, met een zwoel zeewindje. Het theewater in de zwempool gaf eind van de middag nog de nodige afkoeling.
's Middags hebben we nog het Koala Hospital bezocht, waar zieke, gewonde (b.v. door het verkeer) en verweesde Koala's opgevangen worden. Mooie, maar overdag verrekt luie, beestjes.

Eten doen we hier supergezond, veel mager, cholesterolarm vlees. Een enkele keer moesten we gemarineerd vlees kopen, maar dat was niet echt een succes, zonde van het lams- en kangeroevlees. Ons advies is dan ook: je kunt beter, desnoods elke dag, een T-bone steak eten dan gemarineerd vlees.
Morgen is het maandag en dan moeten we weer aan het werk (rijden).

Port Maquarie --> Lightning Ridge

Vr Feb 09, 2007

Van Pt Maquarie noordwaarts naar Kempsey, vanwaar we gelukkig binnendoor, noordoostwaarts, naar de Waterfall Way konden. Heerlijke weggetjes, deels geasfalteerd, deels dirtroad. Op de Waterfall Way (je raad het al, een weg met veel watervallen erlangs)weer oostwaarts gegaan.
Daar hebben we ook de Dingo Fence gepasseerd, een hek dat ze zo'n beetje rondom het hele centrale woestijngebied hebben gemaakt(duizenden kilometers!) om de bewoonde gebieden te vrijwaren van de wilde honden (dingo's).
In Dorrigo wilden we die dag stoppen en kamperen, maar we stonden bij het Visitors Info Centre voor een gesloten deur en er was geen camping te vinden. Voor het VIC zat een stel op een bank en die nodigden ons uit om in hun tuin de tent op te zetten. Het was erg gezellig bij Robert en Susan, we mochten van hun keuken, toilet en douche gebruikmaken. Een van hun kinderen had een wereldkaart op z’n kamer hangen en daarop konden we Amsterdam aanwijzen (de stip van Amsterdam bedekte reeds ons gehele vaderland op de kaart).
's Morgens had Robert (Suzuki Dr 650) al bij een kennis informatie gevraagd over de voor ons mooiste binnenwegen. Dus die dag hebben we dwars door het Guy Fawkes River N.P. pittige bospaden gereden naar Dalmorton, waar we wilden lunchen. dat bleek een ghost-gehucht te zijn. Natuurlijk hadden we ook een lunch bij ons, voor noodgevallen, maar er gaat niets boven een echte burger.
Hier in Australië staan op de wegenkaart veel plaatsjes bij de wegen benoemd, maar dat hoeft niet te betekenen dat er ook een plaatsje is in de zin van een dorpje of zo. Bijvoorbeeld bij "John's Corner" is waarschijnlijk wel een corner, maar meestal geen John of wie dan ook meer. Just a corner!
Zo dus ook Dalmorton. Vandaar weer een heel ander soort weg, in een rivierdal tegen de heuvels aangeplakt. Onderweg nog een door gevangenen met de hand uitgehakte rotstunnel. Op zich een goed idee om die in plaats van in een luxe cel te zetten met tv telefoon, computer ed., te laten werken ten behoeve van de maatschappij (tip voor de regeringsformateur).
Vanaf Glenn Innes, een Keltisch stadje,hebben we 500 km. vaart gezet, westwaarts, naar Lightning Ridge, een mijnstadje bekend van zijn Black Opals. Toch een bepaald slag mensen hier dat naar opalen gaat graven in de hoop om miljonair te worden. Een soort van gokverslaving, kans van 1 op heel veel dat je er rijk van wordt. Bij de meeste moet er geld bij of leiden een armoedig bestaan, maar ja, echter elke steen kan een opaal met miljoenen waarde liggen.
Gisteravond hebben we een indrukwekkend woestijnonweer gezien, weliswaar in de verte maar veel wolk naar wolk bliksem, een paar uur lang om de paar seconden lichtflitsen, soms langs de hele einder.
We zitten hier duidelijk in de desert en de temperaturen lopen op tot boven de 40 graden in de schaduw. In de australische zon is het dus snoeiheet! Als de motoren 5 minuten onbeschermd in de zon gestaan hebben branden we ons achterste aan het zadel.
Overigens is het koude water uit de kraan hier al eigenlijk te heet om mee te douchen. Het is relatief, hier is het koude water uit de kraan iets koeler dan het kokend hete warme water, terwijl in de Andes indertijd het warme water amper warmer was dan het ijskoude.

Op naar het Great Barrier Reef

Wo Feb 21, 2007

Vanaf Lightning Ridge gaat het gas er wat meer op en gaan we de kortste snelwegen rijden om nog te kunnen gaan duiken op het Great Barrier Reef (GBR).
Lange hete wegen, daarom gingen we vrij vroeg rijden, maar ook vrij vroeg stoppen om uit te kunnen puffen op een camping met zwembad. Via Roma, Emerald, Mackay, Townsville naar Cairns, 2.080 kilometer Highway. Ook op de highways staan kleinere plaatsnamen genoemd die soms een echt dorp blijken te zijn, maar soms ook helemaal nada, niets. Dat is dan vooral irritant als je gedacht had daar ff lekker pauze te maken en iets te eten en drinken te kopen, tja en dan rijden we maar weer zo'n 50 - 100 km verder om daar ons geluk te proberen. Gelukkig zijn de grotere plaatsnamen op de kaart wel betrouwbaar en die hebben we nodig om te kunnen plannen waar er benzine te krijgen zal zijn.
In de Lonely Planet hadden we gelezen dat er net ten noorden van Mackay een mooi National Park ligt, het Capa Hillsborough NP, met een idyllisch resort "with abundant wildlife". We konden er wel kamperen maar verder was restaurant en kampwinkel dicht. Hier is het toeristenseizoen in de winter, zomer's is het te warm. Het overvloedige wildlife bestond vooral uit massa's wilde muggen en enkele tamme kangeroes. Die laatsten waren wel leuk, 's morgens bij onze tent en de motoren.
In Townsville wilden we op het SS Yongalawrak een dag duiken. We hadden geluk, bij aankomst bleek dat er de volgende dag, woensdag, nog een dagtocht georganiseerd was en een volgende pas het weekeinde erna. En er was ook nog plek! Dus geboekt natuurlijk. Schijnt een van wereld's mooiste plekken te zijn om wrakduiken te maken, niet alleen vanwege het wrak, maar vooral ook de begroeiing ervan en de vele bijzondere vissen. Dat was dus volop genieten.

Ondertussen blijkt de tent niet waterdicht meer te zijn bij tropische buien, dus in deze gebieden gaan we vooral cabins huren of naar hostals. Extra voordeel is dat we dan niet alleen droog zijn, maar ook gekoeld (airco’s). Niet alleen van de regen, maar ook van de warmte dreven we 's nachts letterlijk de tent uit.
Op de weg naar Cairns hadden we nog een klusje met de eigenaar van een koffietentje langs de Highway. Terwijl we daar zaten te lunchen reed de lul zijn bestelauto achteruit zonder (in z'n spiegels) te kijken en reed allebei onze motoren om. Gelukkig hadden we geen ernstige schade. Achteraf waren die mensen nog boos op ons omdat we toch moesten begrijpen dat ie dat per ongeluk gedaan had !!!! Tja, alsof wij daar een moment aan getwijfeld hadden, maar dan is het toch nog steeds stom nietwaar?

Op donderdag kwamen we einde middag in Cairns aan. Daar bleek dat er op vrijdag nog een 5 daagse trip begon, maar dat daarna de boot een week in het dok ging. Er waren nog 2 plaatsen vrij, die ons tegen een heel interessant last minute tarief werden aangeboden. Dus dat paste dus weer precies. Omdat de boot pas in de namiddag vertrok konden we op vrijdag ook nog met de KTM dealer daar regelen dat ie deze dagen beide motoren een kleine beurt geeft. Ook hebben ze nieuwe kettingen en tandwielen nodig.
Evenals 7 jaar geleden gingen we weer met TAKA Dive het Great Barrier Reef op, onder andere naar het mooie Osprey Reef. Vier schitterende duikdagen gehad, weliswaar wat stormachtig weer, maar verder prima.
Big Potato Cod
Shark feeding
Duikfoto's: fotograaf: Terry Scovell

Het is hier echt regenseizoen, zodat veel wegen onbegaanbaar zijn, ook in de desert zijn er wegen gesloten wegens overstromingen. We passen onze plannen aan aan de mogelijkheden ter plaatse en gaan morgen eerst eens westwaarts kijken.

Once upon a time in the West.....

Do Mrt 01, 2007 3:08 pm

In het tropische gebied van Cairns en ten noorden ervan was het echt Wet season, met hoofdletter W! Vooral voor ons interessante wegen waren gesloten, dus besloten we om het noorden, Daintree, Cookstown en Cape York te laten voor wat het was. We wisten van te voren dat de kans klein was om daar in het regenseizoen naartoe te kunnen gaan.
Dus dan naar het Westen, de Outback!
Natuurlijk loopt er van Cairns geen weg rechtstreeks naar het westen, dus gingen we eerst door de Tablelands van Atherton zuidwaarts naar de Flinders Highway ( van Townsville naar Mount Isa). Na een paar uur lekkere bochten en bergen kwamen we op zogenaamde Developmental Roads, een soort twee baans gravelwegen met in het midden een baan asfalt. Op die middenbaan rijden de Roadtrains, vrachtauto's met 3 - 4 aanhangers, meestal zo'n 50 meter lang. Die wijken ook niet uit, dat kunnen ze eigenlijk ook niet, want als de trekker een slingertje maakt, dan maakt de laatste aanhanger een veel grotere slinger. Echt remmen kunnen ze ook niet, het duurt een paar kilometer voor ze zo'n gevaarte tot stilstand kunnen brengen. Dus als we zo'n bak tegenkwamen waren wij de verstandigste en weken we voor hun uit naar de uiterste linkerkant van de weg die nog berijdbaar was. Inhalen van zo'n Roadtrain is een verhaal op zich. Dan moet je eerst zien dat de weg tot in de verste verte vrij is van tegenliggers en dan uiterst rechts erlangs op de gravel met zo'n gangetje van 120 km/uur. Eind goed, al goed.
Eenmaal bij Charters Towers op de Flinders Highway gekomen, gaat het steeds meer rechttoe rechtaan, een grote drukke tweebaansweg. Het wordt geleidelijk heter en droger en het landschap vlakker en kaler. Echte Outback dus, zoals ze hier zeggen fucking boring. We rijden dagelijks zo'n 400 tot 500 kilometer, vanwege de temperaturen staan we om 6 uur op en rijden omstreeks 8.30 uur, dan is het nog heerlijk koel, tegen de 30 graden C. 's Middags wordt het meestal 40 - 42 graad. Rond 3 uur zoeken we dan ook een camping op met een heerlijk airco gekoelde cabin, daarin is het dan best fris met 27 graden.
De stad Mount Isa is eigenlijk een grote kopermijn, verders niks te beleven op zondag. Vlak na Mount Isa (200 km) komen we in de Northern Territory, eigenlijk een grote outback, met in het noorden nog het tropische Darwin. Bij Tennant Creek zuidwaarts de Stuart Hwy op naar Alice Springs. Een legendarische stop op de highway is bij het Roadhouse Wycliffe Well, dat zich UFO Capital noemt en waar gedocumenteerde UFO waarnemingen gedaan zijn. Deze informatie hangt aan de muren van het Roadhouse. Het is daar zo verlaten, afgesneden van de wereld, dat we ons kunnen voorstellen dat je met voldoende bier op daar best UFO's zou kunnen zien.
Ondertussen zijn we in Alice Springs aangekomen, waar genoeg te doen is om er een paar dagen te blijven. Bovendien moesten de KTM's nieuwe sloffen hebben. Dat had nogal wat voeten in de aarde, de dealer zou eerst de banden wel hebben, toen weer niet, maar uiteindelijk was het toch te regelen. Een set had ie liggen voor een klant en bij een andere klant wist ie ook nog een set te liggen, zodat hij ons wist te helpen aan twee sets banden.
Morgen gaan we naar de Kings Canyon en daarna via de Oodnadatta Track naar de Flinders Range, zodat we weer een weekje uit de ether zullen zijn.

45 graden plus

Za Mrt 17, 2007 2:11 pm

Op weg naar de Kings Canyon hadden we geplanned om een mooie dirtroad, te rijden. Edoch 45 graden is echt te heet om dirt te rijden, zowel voor ons als voor de motoren.
Als je op asfalt rijdt met zo'n gangetje van 100-120 km/uur dan koelt de tegenwind voldoende om de motoren niet te heet te laten worden en het voor ons draaglijk te houden. Op de dirtroad (hard zand in dit gebied) rijden we afhankelijk van de kwaliteit van de weg 50 - 80 km/uur. En dat koelt dan een stuk minder! Na 10 km zijn we omgedraaid naar het asfalt. Dat bleek des te meer een verstandige beslissing te zijn geweest, want toen ik stopte bij de kruising met de Stuart Hwy bleek mijn motor benzine te verliezen uit de rechter tank via het ontluchtingsslangetje! Het lampje van de "reserve" was ook al gaan branden. Wat bleek is echt een ongelooflijk verhaal: De ventilator van de radiator blaast tegen de linker tank aan en door de warmte onstaat daar overdruk, waardoor benzine in de rechter tank eruitgedrukt werd. Tja en dan verlies je benzine, die vooral in de desert erg kostbaar is. Bovendien had Rick de volgende dag een lekke band omdat de dealer in Alice Springs de binnenband fout, gedraaid, gemonteerd had.
We zijn dus de grote Stuart Hwy naar beneden gereden, rechtstreeks naar Port Augusta.
Vandaar het mooie Nationaal Park de Flinders Range in. Daar is echt mooie natuur, met skippies op de camping en zo, mooie dirtroads door Gorges waar woeste beken de rotsen uitgeslepen hebben. De weg loopt dan door de, droge, beekbedding. Dit gebied is ook een wandelgebied maar jammer genoeg mochten we die wegen niet met de motor rijden. Eigenlijk belachelijk, want er loopt toch vrijwel niemand in deze tijd.
Omdat we de plannen gewijzigd hadden kregen we de tijd om in de buurt van Adelaide het Yorke Peninsula en het Kangaroo Island te bezoeken. Hoewel we lange saaie afstanden moesten afleggen waren de Nationaal Parken daar de moeite waard. Vooral op Kangaroo Island zitten veel Wallibies (een klein soort kangeroe), hoewel de meeste die je zag levenloos op de weg lagen.


Op de terugweg naar Melbourne nog het Grampions N.P. bezocht, ook weer een prachtig gebied, dit keer met ook een mooie geasfalteerde weg erdoor, die gemaakt leek door en voor motorrijders. In het grote australische vlakke land is er zo her en der een gebied met rotsen, bergen en heuvels, die nog niet weg-ge"erodeerd zijn. Dat zijn hier dan ook gelukkig Nationale Parken, waardoor het nog mooi natuurlijk blijft.
Het weer is in deze tijd hier in het zuiden erg wisselend, wolkje/zonnetje, en vrij vaak koud tot zelfs 15 graden!
Vandaag waren in Melbourne de kwalifikaties van de Formule I, je kon het gejank van de motoren door de hele stad horen. Leuk dat Kimi nu op de Pole staat, maar jammer dat Christian Albers met de nederlandse Spyker als laatste moet starten. We gaan morgen zien wat ze ervan terecht brengen, daarna nemen we de ferry naar Tasmanie om daar nog een weekje rond te rijden.

Formule 1 en Tasmanie

Do Mrt 29, 2007 11:45 pm


Er was schitterend weer bij de Formule 1 wedstrijd in het Albert Park. We waren er op tijd naar toe gegaan en hadden een redelijk mooie plek gevonden, bij een bocht en met een groot scherm recht voor ons.
Onze favorieten zijn als eerste en laatste gestart, dus Kimi (Ferrari) en Christiaan (Spyker). De wedstrijd was goed te volgen, mede dankzij de informatie via het scherm. Verder is het een machtig gezicht en vooral ook geluid als die bolides door de bocht langs komen scheuren.
Op het veld heerst een enorm gezellige sfeer en ook het supporters gedrag is gemoedelijk.
's Avonds met de nachtferry naar Tasmanie, een heuvel en bosachtig eiland dat erg aan New Zealand doet denken. Eigenlijk een heel klein eiland, ongeveer even groot als Nederland, maar wel nog een mooi niet-overbevolkt land. Er is daar ook nog veel wild, dat kun je zien aan de enorme hoeveelheid dode dieren op de weg. We zijn er een week geweest, maar we hadden er eigenlijk dubbel zolang kunnen blijven. Prachtige wegen, ideaal voor motorrijden, en een heel afwisselende natuur: Bos, heide, weiland, heuvels en kleine rotsachtige bergen, kust en binnenland, meren en oceanen.
Het grootste deel van Tasmanie is eigenlijk nationaal park en terecht. Ook zijn er een paar heel mooie plaatsen met oude gebouwen (vooral kerken en gevangesissen natuurlijk) zoals in de hoofdstad Hobart, de oudste stad van Australie. Tasmanie is het eerst door de Hollander Tasman ontdekt, maar ook hier waren het de Engelsen die het land tot hun bezit verklaarden. Ze stuurden hier hun zwaarste gevangenen naar toe, de gewone boeven gingen al naar Australie en Amerike, maar in tegenstelling tot die landen merk je daar niets van aan de bevolking hier. Wel hebben ze een aantal mooie bruggen en gebouwen overgehouden aan de tewerkstelling van die gevangenen. Dat zou ook een goed idee zijn in Nederland om de gevangenen eens nuttig werk voor de maatschappij te laten doen. Eens niet dat gezeik over allerlei rechten, geef ze eerst maar een partij plichten.
We hebben clockwise een rondje over het eiland gereden. Van Devonport, de havenplaats van de ferry, naar het noordoosten. Daarna de oostkust met de vele stranden naar beneden. Het kustgebied is vrij vlak, maar al een paar kilometer het binnenland in wordt het heuvelachtig en bosrijk. Een omwegje naar de Midlands leidde ons naar de plaatsjes Ross en Oatlands, aardige oude garnisoensplaatsen. Veel historische, wel 200 jaar oude gebouwen, vaak kerken natuurlijk. Vooral Ross heeft een koloniale charme.
Een hoogtepunt is het Tasman Peninsula, eigenlijk een eiland, want het is met een brug verbonden aan het "vasteland". Mooie cliffen, baaien en stranden.
Natuurverschijnselen zoals caves, blowholes en het Tessellated Pavement. Daar zijn de rotsen door de inwerking van zout en water zodanig geometrisch gespleten dat het lijkt op een gaaf aangelegde weg door bijvoorbeeld de Inca's.

Hobart is een echte stad met vooral een mooi havengebied.
Het zuidwesten van Tasmanie is eigenlijk een groot park met weinig wegen, maar de wegen die er zijn zijn dan ook de moeite waard. Ongerept oerwoud en grote meren

Terug in Melbourne ging het regelen van het terugverschepen van de motoren vlot, weer eens veel medewerking van iedereen. Voor het bewaren van de kratten, dat 300 dollar zou kosten, hoefden we uiteindelijk niets te betalen.
Het weer is hier omgeslagen, gisteren was het nog heerlijk 25 graden, vandaag koeler en bewolkt en vanavond is het gaan regenen. Morgen zou het maar 18 graden worden, dus het is tijd om terug naar Nederland te gaan, daar is het lente geworden! Op 1 april 2007 zijn we terug.

De gereden route.

West Canada en Alaska 2006

Motorreis naar West Canada en Alaska

23 juni – 2 sept. 2006

Proloog
Begin juni 2006 heb ik weer mijn motor ingekrat en verscheept naar Vancouver (West Canada) Zelf vlieg ik de 23e er achter aan en mijn plan is om tot 2 september weg te blijven.
Deze keer is mijn reismaatje KaaTje M. Voor het eerst is T. er niet meer bij! Ik denk dat het wel ff wennen wordt, maar naar mijn gevoel zal het wel snel "klikken".
Het plan is om in de Canadese Rockies een dubbel 8 te rijden. Heenweg: Vancouver - Prince George - Dawson Creek - Watson Lake - White Horse (Alaska Highway) en terug Dawson City - Ross River - Watson Lake - Kitwanga (Cassiar Highway) - Prince George - Banff - en dan via het zuiden terug naar Vancouver.
In Alaska hoop ik een
te kunnen reizen, een rondje Tok - Valdez - Anchorage - Fairbanks - Tok en als het ff kan wil ik naar het noorden de Dalton Highway rijden naar Dead Horse.

Motor delayed
Het containerschip met de motor was al 4 dagen te laat uit Rotterdam of Antwerpen vertrokken, maar nu blijk de motor nog 3 dagen later aan te komen. Pas 4 juli wordt ie in de loods verwacht. Dit kan ook te maken hebben met Canada Day op zaterdag de 1e en hier zijn ze zo verstandig om een feestdag die op het weekeinde valt op de volgende maandag te vieren, dus dat is dan een vrije dag.
Niet geklaagd, 't is hier schitterend weer. Dus waarom niet een motor gehuurd om een weekje Vancouver Island te bezoeken. Een motor hier huren is echt heel duur. Een kleine 650 Kawa kost als basis bijna evenveel als het heen en terug verschepen. Een 1200 BMW kost basis Ca$ 1200. Boven die basis moet je zeker nog eens de helft rekenen aan extra kosten zoals verzekering, belasting e.d.

Niet getreurd, een campertje (R.V.) gehuurd met een Ford V8 motor erin. Nu begrijp ik waarom de benzine hier in verhouding goedkoop is, die dingen zuipen echt. Rijden met zo'n ding is een leuke oefening voor later, als ik minder goed ter been zou kunnen zijn. Leuk is dat je overal je huis bij je hebt. Niet leuk is om over mooie wegen te rijden, die vragen om per motor bereden te worden. Op de snelweg is cruise control wel gemakkelijk. Je kunt al rijdend effe iets achter uit de koelkast pakken.

R.V.:

Vancouver Island is best mooi, lijkt wel wat op Zweden, heuvelachtig en heel veel (dennen)bossen, met schilderachtige riviertjes en meren. Althans het noordelijke deel, waar ik tot nu toe gereden heb.
Internetten gaat hier, ook in de kleine dorpen, bij de bibliotheek, alleen kun je daar niets inladen, zoals fototjes, die houden jullie nog te goed.

Vancouver Island by Camper.
Ook het zuidelijk deel van het eiland is in het algemeen mooi, hoewel er lange stukken saaie snelweg zijn.
Het Long Beach gebied is echt de moeite waard, met name om er wat wandelingen te maken door de Coastal Rain Forest. Aan de Atlantische kust is het in verhouding erg fris maar ook erg nevelachtig, vooral 's morgens en 's avonds onstaat er veel mist/laaghangende bewolking.
Heb ook van Lake Cowichan een mooie logging road naar Port Renfrew gereden. Logging roads zijn onverharde wegen waar grote vrachtauto's rijden met een partij enorme, gekapte, bomen erop. Zij hebben, en nemen in ieder geval, voorrang. Maar gelukkig was de weg breed en heb ik geen trucks ontmoet. Probleem was dat de verzekering van een huurauto op dit soort wegen geen dekking geeft. Maar het was een mooie natuur en het gaf echt het gevoel dat er hier veel mooie wegen zullen zijn om met de motor te rijden.
Camperen is hier een genoegen, bij de plaatsen zijn campings met voor campers alle voorzieningen die je nodig hebt, maar het mooist zijn de campings in de Provinciale Parken, weliswaar alleen met toiletten en een wateraansluiting, echter met prachtige plekken in de bossen.

Parlementsgebouw:

Victoria, de hoofdstad, is net als bij ons in den Haag, ruim gebouwd en met grootse gebouwen. Erg gezellig. Er is een camping aan de andere kant van de haven met een bootverbinding naar het centrum (15 min.)
Bij elkaar heb ik op het eiland in een week 1680 km. gereden. De Ford V8 heeft ervoor 270 liter milieuvriendelijke, loodvrije, benzine nodig gehad.
Op dinsdag 4 juli blijkt wel de container in de loods, maar de krat was nog niet eruit. Volgens afspraak krijg ik morgen de papieren van aankomst, zodat ik daarmee naar de Customs kan gaan. Hopelijk kan ik 's middags de motor uit de krat rijden.
In Vancouver is het nu ruim 30 graden overdag.

Eindelijk op weg.
Op vrijdag 7 juli kon ik eindelijk vertrekken uit Vancouver. Dinsdag was ik bij de Shipping Agent geweest en bleek dat wel de container al in de loods was, maar nog niet uitgepakt. Woensdag ochtend zouden de papieren naar me gefaxt worden, waarmee ik naar de douane kon gaan voor de Relaese. Bij de douane bleek op woensdag echter dat er eerst een soil inspection moest plaatsvinden(of er geen vieze europesche aarde aan de motor zit) en dat kon pas op donderdag. Op donderdag kreeg ik de goedkeuring pas zo laat dat ik niet meer naar de loods kon gaan, want die sloten om 4 uur. Vrijdagochtend was ik dus al voor 9 uur bij het Warehouse. En zowaar: alles was OK.

Ik kon de KTM gaan uitkratten. Voorwiel erin, koffers erop en dergelijke. Rond 12 uur kon ik wegrijden. Als eerste naar Whistler, een aardig plaatsje, zo'n 140 km van Vancouver via een lekkere Sea to Sky Highway. KaaTje M. en ikke genoten ervan.
Eindelijk op weg.

Planning aangepast.
Omdat me van diverse kanten verteld werd dat er deze week de beroemde Stampede in Calgery was en me bezworen werd dat ik dat toch zeker even moest bezoeken, heb ik de planning aangepast: eerst dus maar even een krappe 1000 km naar het oosten alvorens verder naar het noorden te gaan.
Nog een heerlijke weg, met bergen, bossen beken, rivieren en meren, naar Lillooet en vandaar 2 lange saaie dagen over de grote Hgwy 1, de Transcanada Highway naar Calgary.
De Stampede was echt een grote kermis, maar dan met het thema Cowboys. Een grote "amerikaanse" attractie, maar het kon mijn hart niet winnen. Dus daarna snel terug naar Banff. Daar begrijp je waarom de Rocky Mountains zo heten: schitterende indrukwekkende rotsformaties.
En dan weer opnieuw Noordwaarts.
De mooie Icefields Parkway naar Jasper was echt de moeite waard, ondanks dat het zowat filerijden was, lekkere weg, mooie watervallen en schitterende gletsjers. Bijzonder is het Columbia Icefield dat naar 3 oceanen afstroomt: de Pacific, de Atlantic en de Arctic.

Dawson Creek, 13 juli

Vandaag aangekomen in Dawson Creek, het begin (Mile 0) van de Alaska of Alcan Highway. Ongeveer 2237 km. van Dawson Creek, via Watson Lake en Whitehorse naar Fairbanks in Alaska.
Het vorige verhaal heb ik opnieuw ingetiept omdat het ineens pleitte was.

Na Jasper was er nog een schitterende weg door de uitlopers van de Rocky's naar Mt. Robson. Daar heb ik mijn eerste Moose vlak langs de weg gezien en ook een zwarte beer die een eindje voor me de weg overstak.
Daarna waren het vooral lange saaie kilometers door het brede dal van de Fraser River naar Prince George.
Van Prince George naar Dawson Creek is vooral een heuvelachtig gebied, soms met lekkere bochten, maar vooral lang. Vlakbij Mackenzie gestopt voor een pauze bij een soort Roadhouse: bleek van een 4 jaar geleden geemigreerd nederlands stel te zijn. Interessant om te horen hoe het hun vergaan is en hoe het bevalt om toch redelijk in de middle of no-where te wonen.
KaaTje M. rijdt echt voortreffelijk, ook op de lange stukken, dan kan ie lekker doorrijden en het is echt genieten.
Morgen, vrijdag de 14e willen we aan de Alcan Highway beginnen.

Alcan Highway.
16 Juli aangekomen in Whitehorse, heb nu zo'n 1500 km. Alcan gereden. Weg en natuur is wisselend. Van vrij saai, zacht glooiende dennenbossen tot echt bergachtig.

Een schitterend traject was vooral tussen fort Nelson en Watson Lake. Weer bergen, bossen, beken en rivieren, meren en meertjes. Daar ook schitterend groot vee gezien: Caribous met jongen, Bisons en bruine beren.

Ook aan KaaTje M. merkt je het verschil, op de saaie stukken wil ie op het gas, terwijl op de mooie bochtige bergachtige stukken hij lekker op toeren gaat.

Het weer is de laatste dagen 's morgens meestal hoge bewolking en 10 graden, in de loop van de dag opklarend naar wolkje/zonnetje en 20 graden. Maar de lucht blijft echt koel als je rijdt. Daarvoor hadden we een paar regenachtige dagen, hoewel ik redelijk tussen de buien doorgereden ben, althans volgens de verhalen van andere motorrijders.
Benzine: alleen in de grotere plaatsen is "super" te krijgen van 91 octaan. ie plaatsen liggen wel op 400-500 km afstand! Daartussen verkopen ze alleen "regular", van 87 octaan. De KTM loopt daar ook goed op, alleen hij verbruikt wel duidelijk meer.

Bikers Tales.
- Bij de lunch in Buckinghorse River, 200 km ten zuiden van Fort Nelson, trof ik een trieste Biker uit Detroit. Hij was 's morgens uit Ft Nelson met regen en had niet goed opgelet, hij wilde verder naar het noorden, maar was zuid gereden. Nu moet je weten dat daar maar 1 doorgaande weg is!
Pas na 200 km, bij zijn lunchpauze ontdekte hij dat hij terug reed. Ik heb hem maar wat opgebeurd door te zeggen dat dat wel meer amerikanen overkomt en hij niet de enige is.
- In Ft Nelson trof ik een Aussie op een Kawa 600 of zo. Die was op zoek naar zijn maat, die net zo een Kawa reedt en ook een gele helm op had. Toen hij ff wilde stoppen bij hot springs had zijn maat Teo uit Nijmegen gezegd we zien elkaar dan wel weer en was doorgereden. Leuk stel vrienden in mijn ogen.
- Onderweg vertelde een biker me dat er nog net zo'n oranje KTM voor mij uit rijdt, een duitser. Zijn motor zou in Fairbanks (Alaska) een servicebeurt nodig hebben, maar daarvoor moest hij naar Whitehorse terugrijden.

Onderhoud KTM en Banden.
Dus niet onverstandig om hier tijdens mijn rustdag, de 17e, eens bij die dealer langs te gaan. Volgens KTM.com is er hier een dealer en zijn er nog 3 in Alaska, onder andere 1 in Fairbanks.
De Hondadealer hier verkoopt en onderhoudt ook de KTM 950 Adventure, maar wist niet of ze in Alaska misschien alleen maar de kleinere off-road motoren zouden servicen.
Een ander probleem was dat hij pas in oktober een achterband zou kunnen leveren.
Dus niet getreurd, via internet de 3 dealers in Alaska gemaild. Terwijl ik nog bezig was kreeg ik uit Anchorage al antwoord dat ie en een servicebeurt zou kunnen geven en dat ie de banden op voorraad had.
Hier kan ik dus met mijn verder reisplan rekening mee houden, want over zo'n 1500 km heeft KaaTje M. een beurt nodig en over zo'n 4000 km denk ik dat ie ook nieuwe sloffen nodig heeft.
Whitehorse, 17 juli 2006

De Alcan en nu Alaska.

Anchorage, July 25, 2006 - deel 1
Ik begin nu met plaats en datum te vermelden want ik heb gemerkt dat er iets mis is gegaan met de volgorde van mijn berichten. Waarschijnlijk is dat gebeurd met het plaatsen van foto's de vorige keer.

In Whitehorse heb ik een extra rustdag ingelast en heb die dag een tourtje gemaakt naar het plaatsje Carcross, dat is een samenvoeging van Caribou Crossing. Carcross ligt op de weg van Skagway naar Whitehorse. In Skagway leggen veel grote cruiseschepen aan, o.a. van de HAL. Toen ik aankwam in Carcross was het heel rustig en kon ik het authentieke gat op mijn gemak bekijken.

Carcross station:


Echter, terwijl ik genoot op een bankje van een ijsje arriveerden er achter elkaar 10 bussen uit Skagway en werd het gat overspoeld. Nog mooier was dat bij het Infocentrum een enorme rij ontstond. Wat bleek, al die amerikanen lieten daar een stempel in hun paspoort zetten, omdat dat aan de grens niet meer gebeurde en ze moesten thuis toch wel kunnen laten zien dat ze in Yukon geweest waren. Dit was echt schitterend schaapachtig!
Vanaf Whitehorse was de Alaska Highway weer de moeite waard, vooral langs het Kluane Lake. De grens naar Alaska was een fluitje van een dollarcent. FF mooi op een digitale foto en 2 fingerprints en binnen 10 minuten kon ik weer verder. Naar KaaTje M. keken ze geeneens, gelukkig ook niet naar mijn verzekeringspapieren.

Hoewel ik bij het plannen verwacht had dat de Alcan Hwy nog mooie stukken niet geasfalteerde gravel zou hebben bleek ie nu echt helemaar geasfalteerd te zijn. Weliswaar soms nogal golvend en soms met reparatiestukken waarop wat gravel lag. Dat laatste was voor nogal wat HD-rijders om te klagen over de verschrikkelijke gravel, maar Kaatje M. lachte daarom.

HD-rijder:


Overigens is hier gebeurd waarover ik vorig jaar op de Ruta 40 in Argentinie mijn angst heb uitgesproken. Zodra de weg helemaal geasfalteerd is zijn de echt mooie bochtige stukken gladgestreken en zie je ineens enorm veel "bankstellen" op de weg, die enorme HD's en Honda's, liefst nog met aanhanger.

Anchorage, July 25, 2006, deel 2
Heb dit verhaal voor de veiligehid in 2en geknipt.

In Tok ben ik van de Alcan afgeweken naar het zuiden. Mooie natuur.

B&B in Glennallen:


Vlak voor Valdez is er een mooi berggebied aan de kust, met ook een mooie pasweg. Jammer genoeg begon het daar te regenen en dat doet het vandaag nog steeds. In deze buurt hebben ze een slechte zomer zeggen ze.

Valdez:

Vanaf Valdez hebben we de ferry genomen naar Whittier. Op deze route is een paar jaar geleden de Exxo Valdez aan de grond gelopen, met enorme olieramp als gevolg. De gevolgen daarvan zijn nog steeds te zien. Uiteindelijk hebben ze toen ook maar zo'n 10% van die olie op kunnen ruimen, de rest is nog steeds terug te vinden.
Ondanks de regen en de wolken waren er onderweg met de ferry wel zeehonden, dolfijnen en ijsschotsen te zien. De grote gletcher werd door de wolken aan het oog onttrokken.
Het weer in Whittier was nog steeds slecht en naar het zuiden toe, het schiereiland, was het niet beter, maar richting Anchorage wel. Dus maar van plan verandert. Terwijl ik echter bij een tankstation de Lonely Planet stond te raadplegen werd ik door 2 lokale motorrijders aangesproken. Die vertelden dat er in A. eigenlijk geen bal te beleven was en dat de KTM-dealer waar ik naar toe wilde op maandag ook nog dicht zou zijn. Dus ben ik op hun uitnodiging om het weekeinde met hun mee naar Moose Pass te gaan (vlakbij Seward) ingegaan. War heel gezellig en leerzaam, zeker omdat de een duidelijk een tiep was van het wel te maken en goed te verdienen, vooral zwart, en de andere toch wel een redelijke looser, met veel grootse plannen maar verder dan plees schoonmaken was ie nog niet echt gekomen.


Seward Glacier:

Vanochtend is KaaTje M. bij de dealer geweest en heeft een servicebeurt gehad. Ondanks dat ze de planning vol hadden werden we tussendoor geholpen. Vol enthousiastme kreeg ik verhalen over andere reizigers te horen die bij hun geweest waren. Goeie lui, bij The Motorcycle Shop!
Morgen wil ik richting noorden gaan, waar het weer beter schijnt te zijn.

Fairbanks, 28 juli 2006
Vanaf Anchorage is de eerste 80 mile gruwelijk saaie 4 baans autoweg, maar daarna komt mooi Alaska! Het weer is opgeklaard. Bij en in het Denali National Park is hei mooi en bergachtig, schitterende natuur. Jammer genoeg ook in het park geen wild gezien. Ook volgens andere reizigers schijnt dat dit jaar mager te zijn in Alaska.
Vanaf het Park de eerste echte dirtroad; 135 Mile ( 210 km.), de Denali Hwy naar het oosten. Puur genot voor zowel KaaTje M. als mij. Goede dirtroad, deels zo goed dat je eigenlijk alleen aan de enorme stofwolk achter ons kon zien dat de weg niet geasfalteerd was, maar ook stukken met ,licht, wasbord en soms echte gravel. Voordeel van dirtroads is dat je echt door de natuur rijdt, de weg volgt de natuurlijke omgeving. Bij asfalteren wordt een en ander recht getrokken, heuvels afgevlakt, dalen opgevuld enbochten geleidelijk gemaakt.
Onderweg schitterende vergezichten en weinig hinder van het verkeer; ongeveer eens per kwartier een tegenligger.
Vanaf Paxson weer naar het noorden. Op de geasfalteerde Richardson Hwy kon Kaatje M. weer lekker door de bochten blazen. De maximum snelheid (55-65 M/h) geldt hier in Alaska, volgens de lokale motorrijders die ik heb leren kennen, eigenlijk alleen voor auto's. Deze Hwy loopt ook door de bergen en langs grote meren en rivieren.
In Fairbanks een nieuwe achterband gekocht, er zat nog wel een dikke mm profiel op, maar dat is wel genoeg voor een droge saaie weg, doch niet voor de Dalton Highway, de gravelweg naar het noorden, waaraan we morgen willen beginnen.

Go North??
Het plan om de Dalton Hwy naar Coldfoot en Deadhorse te rijden heb ik laten varen omdat het werkelijk "cats en dogs and all other pets" regende en de weersvoorspelling was dat dat zeker de hele week zou duren.
Naar het oosten, in Canada, zou het wel goed weer zijn.
Dus in de stromende regen richting Yukon gegaan. In Tok was een mooie motorcamping (alleen houtvuur, geen water, geen electriciteit) waar we met 6 man gezellig zaten.

Tok:

De "Top of the World Hwy" is weliswaar niet een top qua hoogte, maar wel wat betreft de uitzichten, schitterend gebied. En een prachtige dirtroad voor de KTM. Al die HD-rijders maar klagen dat de weg zo slecht was!

Onderweg ligt het dorpje Chicken, met beroemde plé's:


Dawson City is een aardig goudzoekersplaatsje en vandaar uit hebben we de Demster Hwy gereden naar het noorden, voorbij de Poolcirkel. N.B. Volgens mijn GPS hebben ze het Artic Circle monument ruim 2 km. tever naar het noorden gemaakt.

Had daar enig oponthoud omdat er op de weg een beer met 2 jongen liep! De Demster is ook een echte dirtroad en omdat het geregend had was ie en glibberig en spetterde de modder dusdanig dat ik er een mooi nummerbord aan over hield.


We zitten nu weer in Whitehorse, waar we ons voorbereiden op de Cassiar Hwy, door de coastal mountains naar het zuiden.

Smithers, 7 aug. 2006
De Cassiar highway, nog waarlijk mooi en niet bedorven door het asfalteren. De weg volgt in het algemeen nog mooi de natuur en is heerlijk door de heuvels en 'winding'. Er zijn nog 3 stukken (3 x 20-25 km.) niet geasfalteerd en nog redelijk dirt. Je ziet dan opeens ook geen vette bankstellen meer! Eigenlijk is dit nog een van de mooiere wegen die ik gehad heb. In Moose Meadows had ik een cabin aan de oever van een meertje/riviertje, zowel 's avonds als 's morgens zwom er een bever langs met een tak in z'n bakkes.

Cabin:



Uitzicht Cabin:


Ik werd gewekt door een pestpokke herrie van een visarend! Magnifiek!

Na de afslag naar Stewart/Hyder liep er een beer met 3 jongen langs de weg. Op een veilige afstand een fototje gemaak, maar al snel naaide ie er tussen uit.
Hyder is een Ghosttown in (zuid)Alaska, alleen bereikbaar via Stewart. Er is daar een kreek waar de zalmen eieren leggen en waar beren die zalmen opeten. Erg toeristisch en daar is daarvoor een walkway gemaakt. Gelukkig was ik er voor de massa en zag ik nog een beer genieten van een vette zalm. Want toen de massa arriveerde op de door de plaatselijke VVV geadviseerde tijd was er natuurlijk geen beer die nog wilde eten bij die herrie en stank van zo'n 300 mensen!!!

Supper:


Het einde van de Cassiar hwy (zuiden) is een traditioneel gebied van de Gitksan First Nations. Er zijn daar een paar dorpen met erg mooie oude Totempalen (Gitanyow en Kispiox). De moeite waard om te bekijken!





Vernon, 11 aug. 2006
Na Smithers via Prince George en dan de goudzoekers Hwy naar het zuiden. Het landschap is ondertussen zacht glooiend, met veel weilanden en bossen. De weg is dan ook vrij eentonig. Vlak voor Burns Lake kwam ik een politieauto tegen, die direkt omdraaide op de weg en me met volle alarm verlichting ging volgen. Het leek me een goed idee om maar ff te stoppen en ja hoor hij had mijn snelheid gemeten en hij vondt dat ik te hard had gereden. Je mag daar 100 en volgens hem had ik ruim 130 gereden. Op mijn reaktie dat de weg zo vreselijk saai was, dat ik kennelijk even niet op het gedrag van mijn motor gelet had, ging hij niet en en ik kreeg een prent van $ 138.
Ik kon die in het volgende dorp in een bepaald kantoor betalen. Aldaar aangekomen keken ze naar de bekeuring en zeiden me dat het toch erg flauw was van de agent om me te bekeuren, een waarschuwing zou redelijker geweest zijn. Bovendien kreeg ik het advies om alleen te betalen als ik van plan zou zijn om hier in British Columbia een rijbewijs aan te vragen. Anders zou het zonde van het geld zijn, dat zou ik als tourist wel beter kunnen besteden. Daar was ik het volledig mee eens, dus onder dankzegging en vriendelijke groeten heb ik het kantoor weer verlaten.

Langzaam maar zeker worden de stadjes ook weer gezelliger, naar het zuiden toe is er vaak toch meer centrum en dus wat meer leven. Vanaf het 100 Mile House heb ik weer wat binnenwegen kunnen pakken richting Salmon Arm. Binnendoor rijden is veel leuker, soms ook nog dirtroad. Zo'n 100 km noord van Salmon Arm werd het ineens aangenaam warm en kon ik voor het eerst sinds ongeveer een maand de regenbroek uitdoen. Goh, wat is het dan lekker om ineens weer in een aangename warmte te rijden!!
In Vernon 2 rustdagen geplanned om te wennen aan de temperatuur en om de laatste 2 weken te plannen. Om het acclimatiseren te vergemakkelijken hebben de weergoden het gisteren weer bewolkt doen worden en een paar fikse buien met onweer gegeven, maar ik zat toen lekker droog in mijn hostel en heb daar een flesje wijn ontkurkt.

Ondertussen hebben KaaTje M. en ik alweer zo'n 12.000 km gereden. Overigens, sinds we weer in British Columbia zijn hebben we alweer verschillende soorten wild gezien, o.a. 2 jonge wolfjes en nog wat zwarte beren.

Canmore, 17 aug. 2006

Het is echt vakantie vieren hier in het zuiden van British Columbia! Aangename temperaturen, soms een bui, maar in het algemeen lekker.
Er zijn hier diverse valleien, de ene met wijn, de ander met fruit. Is niks mis mee. Mooie wegen, ondanks dat ze meestal geasfalteerd zijn en veelal mooie natuur. Wel zijn er hier veel mensen, in vergelijking met het noorden is het hier druk en best volgebouwd met huizen en dergelijke. Het is ff wennen al dat verkeer waar rekening mee gehouden moet worden.
Voor diegenen die er een kaart bijgezocht hebben geef ik de volgorde van plaatsen die ik afgelopen week heb aangedaan. Ik ben nu dus naar het oosten gereden (Alberta):
Vernon - Nakusp - Kaslo - Trout Lake - Nakusp - Nelson - Salmo - Rossland - Castlegar - Nelson - Balfour - Creston - Cranbrook - Fernie - Pass - Canmore.
In de vetgedrukte plaatsen heb ik overnacht.
Over het algemeen slaap ik in Hostels, dat is maar iets duurder dan een campingsite en je bent er onderdak met goede keukenfaciliteiten, zodat ik vaak zelf kan koken.
Zo'n 5km. ten zuiden van Canmore kwam ik weer in de Canadese Rocky Mountains, dat is echt niet moeilijk te zien want die rotsen zijn heel herkenbaar.
Vandaag wederom geen foto's, ten eerste omdat ik hier niet zoveel fotografeer en ten 2e omdat ik weer bij een bibliotheek internet en daar is geen aansluiting.

Vervolg Zuid British Columbia.

Route: Canmore - Banf - Radium Hot Springs -Whiteswan Lake Park - Kimberley - Gray Creek - Creston - Salmo - Grand Forks - Osoyoos - Penticton - Kelowna - Merrit - Kamloops - Clearwater - 70 Milehouse - Clinton - Lillooet - Whistler - Lillooet - Lytton - Hope - Vancouver

Door de Rocky's naar Radium Hot Springs, zeer commerciele grote zwembaden met warm bronwater en vol met krioelende kids. Er zijn echter ook vrije Hot Springs, bijvoorbeeld 60 km zuidelijker bij bij het Whiteswan Lake Park. Moet je wel 20 km. dirt road rijden, maar dan heb je ook een prachtig natuurgebied dat niet druk is! Geweldig, 3 baden naast een koude bergbeek, van boven naar beneden. Het bovenste was een echt lekker warm bad (zo'n 40 °C) en de lagere werden gemengd met het koude water.

Hot Springs:



Whiteswan Lake:



Kimberley is een op z'n amerikaans gebouwd beiers skioord. Volstrekt gestoord, Wiener Schnitzel en beierse hoempamuziek. Zelf de brandweerkranen zijn met lederhosen beschilderd.

Brandweerkraan:

Van Kimberley loopt westwaarts naar Gray Creek een schitterende FSR (Forest Service Road). Een pittige dirtroad met een dito pasweg met steile, scherpe, hairpins. Echt KTM werk! Bij de lunch 2 andere KTM rijders ontmoet, die dezelfde weg gereden hadden. N.B. De KTM 950 is in Canada een nog vrij onbekende motor, dus als ik 2 KTM's bij een terrasje zie staan is dat natuurlijk de plek om ook te gaan lunchen. Peter, die in Kelowna woont heeft me goede tips gegeven over een aantal andere mooie FSR's, zoals hij zei "in zijn achtertuin".

Op weg naar Osoyoos kwam mij een enorme donkere wolk tegemoet. De hele lucht kreeg een vreemd roodachtig schijnsel, een gesluierde zon en in de verte leek het wel de hoosvorm van een Tornado. Geeft echt een beklemmend gevoel! Bleek de rook te zijn van enorme bosbranden in Washington State (USA).

Bosbranden:



In de Okanangan Valley nog een enkele mooie FSR's gereden en daarne via allerlei omwegen (mooie binnenroutes) naar Clearwater, Whistler en Vancouver (zie de route bovenaan). Liefhebbers van bochtige en heftige wegen kan ik nog leuke adviezen geven.

Mooi toch:



Het regelen van de terugreis van de KTM was een fluitje van een cent en in ongeveer een uurtje geregeld! Het inkratten daarentegen....! In het warehouse zou onze krat bewaard zijn, daar had ik zelfs $ 50 borg voor betaald, echter de krat was zoek en ze kwamen aan met een enorme metalen krat, bijna 2 x zo hoog als de onze. Gezien de naam erop was die vroeger van een Jappanner geweest en een motorfietsje met een korte wielbasis. Gelukkig had ik de hulp van Jan, een geëmigreerde rozenkweker waar ik een paar dagen logeerde, zodat we de krat aan konden passen aan de KTM. Een race tegen de klok, want de krat moest op tijd de container in. Alles gelukt ook dankzij de medewerking van het personeel van het warehouse. De verzendkosten, die per kubieke meter gaan, werden berekend op de inhoud van onze eigen krat.

Al met al hebben we 17.000 km gereden en een bijdrage geleverd aan de temperatuursverbetering van de aarde door zo'n 1.000 liter benzine van matige kwaliteit op te stoken. N.B. met het R.V. heb ik in 1.700 km. 270 liter opgestookt. Kun je nagaan hoe milieuvriendelijk de motor is!

Het was weer een prima reis, veel natuur en wildlive gezien, veel indrukken opgedaan, veel mensen gespoken, een idee gekregen hoe het leven daar is. En niet te vergeten ik realiseer me weer hoe vol, onvriendelijk en intolerant de nederlandse samenleving is.

Met dank aan Kaatje M. voor zijn betrouwbaar en prettig gezelschap. Een erg goede stabiele maat op, ook slechte, dirtroads en lekker pittig op paved roads.
De KTM 950 Adventure is werkelijk een voortreffelijke All-Road Motor, hoewel ik voor de ontwerpers nog enkele tips heb voor als de motor echt gebruikt wordt waar ie voor ontworpen is.
Hoewel ik geen sponsors heb wil ik mijn tevredenheid uiten over de Macna motorjas, die zowel onder koude, warme en natte omstandiheden prima voldeed en de Meindl wandelschoenen, zodat ik niet en motorlaarzen en gewone schoenen nodig had.

Wederom nu niet meer haveloos op reis, Frans.